De onmisbare rol van penseelapen bij onze strijd tegen Parkinson

06 Sep 2019 | Terug naar Nieuws, publicaties en jaarverslagen
Dutch

In de jaren tachtig vertoonden opvallend veel jonge Amerikanen symptomen van Parkinson. Hoe was dit mogelijk? Onderzoekers kregen al snel antwoord op die vraag. Wat bleek: de gemene deler van de patiënten was hun excessieve heroïnegebruik. De hersenaandoening ontkiemde uiteindelijk door een bijproduct dat vrijkomt bij de synthese van deze harddrug.  

Het enige positieve van deze geschiedenis is dat wetenschappers sindsdien een goed ‘model’ in handen hebben voor onderzoek naar Parkinson. Niet dat het einde van deze schrijnende ziekte in zicht is, maar er zijn wel lichtpuntjes in de symptoombestrijding van Parkinson, zoals dit nieuwe inzicht. Er zijn ook al medicijnen beschikbaar om de symptomen te onderdrukken. De wetenschap boekt in de strijd tegen Parkinson dus wel degelijk vooruitgang, maar we hebben nog geen geneesmiddel voor deze ziekte. En penseelapen spelen in dit traject een onmisbare rol.    

Vergelijkbaar immuunsysteem

Bij BPRC onderzoeken we de vroege aanloopfase van Parkinson. En dat doen we met hulp van onze marmosets, ook wel bekend als witoorpenseelapen; deze soort heeft veel gemeen met de mens, zoals een vergelijkbaar immuunsysteem. Daarom zijn ze geschikt als diermodel voor de zoektocht naar therapieën tegen ernstige immunologische ziektes, zoals multiple sclerosis (MS) en Parkinson. We werken daarbij altijd met gezonde apen. Anders weet je tenslotte niet welke interacties er verder in het lichaam plaatsvinden. Bovendien vinden we het niet ethisch verantwoord om bij studies ongezonde dieren in te zetten.

Ongerief zo laag mogelijk

Het genoemde bijproduct brengen we in kleine hoeveelheden in bij de dieren. Wij kiezen bewust voor deze langzame en geleidelijke aanpak, om het ongerief voor de marmo’s zo laag mogelijk te houden en het proefmodel te verfijnen, conform de 3V’s. Ongerief is een gebrek aan welzijn in de ruimste zin van het woord. Denk aan pijn en ziekte, maar ook aan stress. Ondanks dat ‘ongerief’ dus een zeer breed begrip is, houden we de hoeveelheid ongerief wel bij, met een scoresysteem. Wanneer we het product in een keer zouden inbrengen, zou het ongerief hoger uitvallen en dat willen we niet.

Nog nooit gebeurd

Het is een misverstand dat de marmosets in de studie veel gewicht verliezen. In onze aanvraag om dit onderzoek te mogen doen – en dat openbaar is – staat alleen dat ze gewicht kúnnen verliezen. Maar zoals wij het onderzoek aanpakken, blijven ze op gewicht. En stel dat ze 10 of 15 gram (op 300) zouden afvallen, voeren we ze bij of halen we ze uit de studie. Maar dit is slechts hypothetisch. Met andere woorden: dat iets kán gebeuren, betekent niet dat het zal gebeuren. Daarom houden we de dieren nauwlettend in de gaten om dit juist te voorkomen.

Prille fase van ziekteverloop

Ja, de apen vertonen symptomen van Parkinson. Dat is ook de bedoeling, maar omdat we alleen de prille fase van het ziekteverloop onderzoeken, zijn die symptomen nooit heftig. En ze liggen al helemaal niet ‘voor pampus’. In het begin hebben ze sowieso nog nergens last van. Op een gegeven moment kunnen ze apathisch zijn, maar ook heel alert. Net zoals mensen met Parkinson. Ze kunnen ook licht trillen en star bewegen; precies zoals Parkinson bij mensen, daarom is het zo’n geschikt model.

Compensatie

Hoe lang we een aap aan een studie voor Parkinson onderwerpen, hangt af van de vraagstelling. De langste studie tot nu toe is drie maanden. We zouden ze graag langer volgen, maar na ongeveer tien weken treedt een compensatie op, zoals dat bij menselijke patiënten ook gebeurt. Ze ‘normaliseren’ en het lichaam herstelt zich tijdelijk, zodat ze nog enige tijd zonder symptomen kunnen leven, ondanks de schade in de hersenen.

Impact van Parkinson

Op een gegeven moment zet de ziekte wel weer door. Zo ver laten we het bij onze apen niet komen. Daarom laten we ze na de studie inslapen. Hun hersenen zijn vervolgens van grote waarde voor verder onderzoek. Hoe belangrijk dit is, blijkt wel uit het feit dat er nog steeds geen medicijn is dat Parkinson geneest. En iedereen die iemand met Parkinson kent, of heeft gekend, weet hoe naar deze ziekte is en wat de impact is op de directe omgeving van de patiënt; op de kinderen, op de partner, op de familie, op de vrienden.     

Wat als…

Er zijn ook geen alternatieve methoden voor onderzoek beschikbaar, of zelfs maar in het vooruitzicht. Stoppen we vandaag in Nederland met apenstudies, gaat het in andere landen net zo hard – of misschien wel harder - door, zoals in de VS en China. En stoppen we overal met dit biomedisch onderzoek, dan stopt ook het onderzoek naar deze ziekte. Dan zal er geen medicijn worden ontwikkeld en moeten we accepteren dat Parkinsonpatiënten ‘gewoon’ Parkinsonpatiënten blijven. Bovendien zal het aantal patiënten alleen maar toenemen en zullen patiënten langer onder deze ziekte lijden, wetende dat wij als mensen ouder worden én met meer mensen ouder worden.

Een verontrustend vooruitzicht voor de Parkinsonpatiënt, voor de mensen om die persoon heen en voor de samenleving. Als BPRC zetten wij ons met volle overtuiging in bij het onderzoek naar middelen om deze ernstige ziekte te bestrijden.