Home Wetenschap Onderzoeksgebieden Infectieziektes Malaria

Malaria

Jaarlijks sterven bijna een half miljoen mensen door malaria. Slachtoffers zijn vooral kinderen onder de vijf jaar in Afrika, ten zuiden van de Sahara. Er zijn wel geneesmiddelen beschikbaar, maar die werken vaak al snel niet meer omdat de parasiet resistent wordt. En goed werkende vaccins zijn nog niet beschikbaar.

Per jaar gaan bijna een half miljoen mensen dood aan de meest ernstige vorm van malaria, die vooral de armste bevolkingsgroepen in de wereld treft. Daarnaast bestaat er een andere vorm van malaria die weliswaar minder vaak dodelijk is, maar wel ernstige ziekte kan veroorzaken. Deze wijdverspreide vorm van malaria (‘vivax malaria’) zorgt jaarlijks voor 14 miljoen ziektegevallen.

malaria

Wat de parasieten doen
De boosdoeners bij malaria zijn parasieten, overgebracht door muggen. Na een muggenbeet komen enkele honderden parasieten uiteindelijk via de bloedbaan in de lever terecht, waar ze zich normaal gesproken binnen twee weken ontwikkelen en vermenigvuldigen. Vervolgens barst de levercel open, waarop al die nieuwe parasieten de bloedinfectie veroorzaken waar mensen ziek van worden. Alsof dat al niet erg genoeg is, bleek dertig jaar geleden dat er een malariasoort is waarbij een deel van de parasieten ‘slapend’ achterblijft in de lever. Sinds enige tijd is er wel wat meer bekend over de biologie van deze ‘slapende’ parasiet.

Wat onderzoek ingewikkeld maakt
Zowel nieuwe effectieve medicijnen als vaccins zijn onmisbaar bij de missie om malaria uit te roeien; hét doel van onderzoekers en beleidsmakers. Onderzoek naar vaccins en geneesmiddelen is erg lastig. Dat komt omdat de malariaparasiet een ingewikkelde levenscyclus heeft. Met als opvallend kenmerk dat de parasiet niet alleen in de malariamug een ontwikkeling doormaakt, maar ook in de lever en daarna in het bloed van de mens. Daarnaast is de parasiet heel erg goed in staat om in de mens te overleven. De natuurlijke afweer van de mens kan de parasiet niet goed opruimen. Met vaccins zullen we het beter moeten doen.

Hoe we onderzoek doen
Studies met malariaparasieten in resusapen zijn een goede weergave van wat er in de mens gebeurt. Malariaparasieten in mensen en resusapen zijn namelijk nauw verwant aan elkaar. Apenparasieten kunnen ook mensen besmetten door de nauwe verwantschap. Daarnaast lijken ook het afweersysteem en metabolisme op elkaar. Bovendien komt de unieke eigenschap van een van de belangrijkste menselijke parasieten (dat hij in de lever ‘slapende’ parasieten vormt) ook voor bij enkele malariaparasieten in de aap. Zodoende zijn apenmodellen bijzonder geschikt voor het preklinisch testen* van nieuwe geneesmiddelen en vaccins op veiligheid en werkzaamheid.

Naast studies met proefdieren besteden we veel aandacht aan het verminderen van het proefdiergebruik, bijvoorbeeld door het opzetten van kweeksystemen voor de verschillende parasietvormen.

Waar we ons op richten
Een belangrijk deel van ons onderzoek is gericht op het ontdekken van nieuwe vaccins en geneesmiddelen. In de beginfase gebruiken we vooral in de reageerbuis gekweekte parasieten. Met behulp van de modernste technieken proberen we te begrijpen wat de achilleshiel van de parasiet is. Ook testen wij in een door ons ontwikkeld reageerbuismodel nieuwe geneesmiddelen op 'slapende' levervormen van de parasiet.  Alleen de in de reageerbuis geteste werkzame stoffen, testen we vervolgens in het apenmodel op werkzaamheid tegen een echte malaria-infectie.

* BPRC heeft een nieuw vaccin (AMA1 genaamd) tegen malaria ontwikkeld. Dit vaccin biedt bescherming tegen de bloedvormen van de parasiet. Het preklinisch werk in apenmodellen heeft ertoe geleid dat dit vaccin in mensen getest kon worden. Proeven in Parijs en Burkina Faso hebben laten zien dat het vaccin veilig is en een afweerreactie opwekt. Verder onderzoek in mensen moet uitwijzen of dit vaccin kan bijdragen om daadwerkelijk bescherming tegen malaria te geven.

Waarom apen nodig zijn voor onderzoek
Medisch onderzoek kan nog steeds niet zonder het gebruik van dieren. Cellen in een schaaltje kunnen zich tenslotte heel anders gedragen dan in een complex geheel als het afweersysteem. Bij een klein deel van deze onderzoeken zijn apen de meest geschikte proefdieren voor het bestuderen van ernstige ziekten bij de mens. In Nederland bepaalt de wet dat apen alleen als proefdier mogen dienen wanneer er geen alternatief voorhanden is.