De antistofrespons na een eerste Influenza infectie

21 Nov 2022 | Terug naar Nieuws, publicaties en jaarverslagen
Dutch

Image

 

Infectie met het influenza A virus kan griep veroorzaken, wat jaarlijks in de bevolking terug te zien is in een griepgolf. Voor een betere bescherming tegen dit virus wordt de samenstelling van de griepvaccins elk jaar aangepast. Echter werken deze vaccins vaak suboptimaal tegen de nieuwste virusstammen omdat deze toch mutaties bevatten die niet waren voorzien. Deze gedeeltelijke bescherming kan mogelijk worden verklaard door eerdere infecties. De destijds aangemaakte antilichamen kunnen invloed hebben op de kwaliteit van de afweerreactie na herinfectie of vaccinatie.

Aangezien bijna alle mensen al vroeg maar ook gedurende het leven worden blootgesteld aan infecties met meerdere typen influenza A virussen, is het effect van voorgaande infecties op de effectiviteit van een griepvaccin zeer lastig te bepalen. Een goed alternatief zijn naïeve diermodellen, zoals de Java-aap, omdat hun immuunsysteem nog niet is gemodificeerd door eerdere blootstelling aan het griepvirus. BPRC-onderzoekers hebben dan ook de antistof-respons (het antilichaam repertoire) onderzocht na een eerste infectie met het griepvirus in naïeve makaken.

Antistoffen tegen het virus

Een griepvaccin bestaat onder andere uit geïnactiveerde eiwitfragmenten afkomstig van het virus en stofjes die het immuunsysteem moeten activeren. Vooral de eiwitten die aan de buitenkant van het virusdeeltje aanwezig zijn kunnen bescherming bieden, bijvoorbeeld hemagglutinine (HA) van het influenzavirus. Na infectie met of vaccinatie tegen dit virus maakt het immuunsysteem antistoffen aan die specifiek zijn voor twee gedeeltes van HA, namelijk ‘HA-head’ en ‘HA-stem’. Over het algemeen zijn antistoffen tegen het HA-head deel potent maar specifiek voor een bepaalde virusstam terwijl de reactie tegen het HA-stem fragment meer generiek van aard is maar minder potent. Een aantrekkelijke gedachte is dat de HA-stem antistoffen gedurende een langere periode van het leven bescherming bieden, die wel is waar minder specifiek is.

Antistofrepertoire verandert gedurende een influenza-infectie

Uit deze studie bleek dat direct na infectie vooral HA-stem antistoffen werden aangemaakt als een snelle eerste respons. Echter, gedurende de infectie zwakte deze stem-specifieke afweerreactie af en werden de meer virusstam specifieke HA-head antistoffen dominant. Deze HA-head antistoffen vertoonden veel meer variatie, gegenereerd door mutaties, waardoor ze met een hogere affiniteit het HA-antigeen op het virus konden binden.

Deze informatie over het effect op de antistofrespons na een eerste Influenza infectie is van belang voor verdere ontwikkeling van griepvaccins.

Meer weten? Zie het artikel.